Er hangt een dikke mist voor mijn ogen. Als ik ze sluit glij ik weg. Mijn benen voelen zwaar en mijn hoofd tolt.
Ik eet te weinig. Daar word je loom van. En moe. En lamballig. Maar het
moet. Als mijn moeder het kan, dan kan ik het ook. Zo weinig is het
niet. Alleen vindt mijn lichaam van wel. Hoe kan ik ooit afvallen als
mijn lijf zo blijft tegenwerken? Das toch niet eelijk!!
Ik ga even een appeltje eten. Voor de dorst. Niet voor de honger, natuurlijk.
13 september 2005