Dit weekend was ik, zoals dat tegenwoordig heet, een weekendje weg. Ik was een korte vakantie houden. Er even tussenuit. Genieten van mijn welverdiende rust na een jaar hard werken en geen vakantie (dat klinkt bijna zielig). Even lekker uitrusten en ontspannen. Dacht ik.
U voelt ‘m al aankomen. Niet dus. De pret begon tijdens de heenreis. Mijn broertje reed. Geen routebeschrijving, nee meneer had een Tom Tom, die wijst je de weg. Helaas geeft Tom niet aan als je de verkeerde plaatsnaam intoetst en op de plaats van bestemming een schattig boerderijtje treft in plaats van een vakantie park. (Wie bedenkt er dan ook zoiets stoms: twee Loo’s in één provincie, met allebei een Looweg). Tom tom –> drie kwartier om.
Niet geheel onvrijwillig sliep ik bij mijn 8 jarige zusje op de kamer -de andere optie was de bank-. 8 jarige zusjes hebben de neiging vroeg wakker te worden en niet stil te kunnen zijn. Hoewel dit exemplaar fluistert en heel rustig probeert te doen (de wil is er), lag ik vanaf zeven a acht uur wakker (de uitvoering nog niet).
Dit gecombineerd met een actief dagvullend programma (wandelen, zwemmen, bowlen, actieve games, dolfinarium bezoeken, nog meer wandelen, midgetgolven en spelletjes spelen) en een met drie te zware tassen bepakte, 2 uur durende terugreis van Wezep(?) naar Eindhoven per spoor in de spits, resulteerde eenduidig in een afgematte Sassie.
Ik ben blij dat ik morgen nog even vrij heb. Kan ik bijkomen van mijn vakantie. Dat schijnt normaal te zijn…
Definitie vakantie:
“Een samenvoegsel van activiteiten welke weg van huis wordt uitgevoerd waarna een geruime rustperiode benodigd is”