Twee jaar geleden had ik nooit verwacht dat ik ooit een stukje over voetbal zou schrijven. Behalve dan om de wereld te vertellen wat voor een belachelijk saai en zinloos spelletje het is. Maar sinds een jaar is alles anders. Luisterde ik vroeger urenlang naar Oasis omdat de jongen waar ik smoorverliefd op was een grote Oasisfan was, zo werd ik een jaar geleden spontaan PSV-fan. En het spelletje, dat kreeg ik er bij cadeau.
Er zijn vrouwen die vreselijk van voetbal houden en er alles vanaf weten. Er is een vrouwencompetitie en er zijn vrouwelijke hooligans. Maar hoe hard zij ook schreeuwen en vechten, de sportwereld blijft gedomineerd door mannen. Ergens in 2006 berichtte de Telegraaf dat vrouwen net zoveel verstand van voetbal hebben als mannen. Onderzoek wees schijnbaar uit dat vrouwen minstens net zoveel spelregels kenden dan mannen. Het verschil in kennis tussen de seksen bleek enorm veel kleiner dan altijd werd (en nogsteeds wordt) aangenomen.
Persoonlijk denk ik dat het meer te maken heeft met het aantal mannen dat niet geinteresseerd is in het balspelletje dan het onwaarschijnlijke feit dat veel vrouwen het spel echt begrijpen. Afgelopen woensdag was namelijk mijn live-ontmaagding. In een bomvol PSV stadion tussen de ajaxieden en jodenhaters keek ik vanuit de hoek uit op een veld vol zwoegende mannen. Duizenden ogen gericht op een stukje groen gras.
Hoewel ik de afgelopen maanden een stoomcursus gehad heb en heus steeds meer begrijp, juichte ik nogsteeds op de verkeerde momenten (oh ik dacht echt dat het een corner was), riep ik ‘buitenspel’ als het hele Oost-vak al lang aan het brullen was, vond ik elk lichamelijk contact een overtreding en ging de afgekeurde goal volledig langs me heen.
Ik miste het commentaar (lees: ik begreep er niks van), het bier in overvloed, het vriendschappelijk keuvelen over de terechte dan wel onterechte gele kaarten, de warmte en vooral de gezelligheid van het feestje na de wedstrijd in een volle, dansende kroeg. De sfeer in het stadion was vele malen minder bijzonder dan ik verwacht had. Ik vond het eentonig, stil, ijskoud en saai. Dat kan natuurlijk aan het onbevredigende voetbal hebben gelegen -wie verwacht er nou dat het 0-0 blijft- maar waarschijnlijk eerder aan mijn persoonlijke perceptie van de sport an sich.
Voetbal is voor mij een leuk spelletje, 22 zweterige mannen op een veld, een kroeg vol bronstige mannen en reden voor een feestje. Dat het ondertussen voor veel kerels een sport van levensbelang, en soms zelfs (de basis van) hun baan is, zal ik echter nooit begrijpen…
PS. Maar voor al die niet-fans out there, even voor de duidelijkheid, PSV mag dan wel met bijzonder weinig (doel)punten kampioen worden. De kampioen van de armoede is nog altijd rijker dan de rest!