Oke, picture this. Een regenachtige zomerse zondagavond op het Stratumseind te Eindhoven. Tientallen mensen komen samen voor een grote pleinbarbeque. Allemaal in de rij voor het vlees. Dat Nederland steeds asocialer wordt, blijkt al snel als een vrouw naar de lange rij kijkt, (uiteraard) mij aantikt en vraagt of ze ‘even voor mag, want ze hoort bij deze groep!’ (De brutaliteit!)
Afijn, de rest van ons staat dus keurig in de rij met ons bordje en servetje. Onze andere hand stevig om een miniscuul geel blaadje geklemd. Enkel hamburgers eten zit er niet in vandaag. Want op het blaadje staan vijf soorten vlees met vijf afvinkvakjes ervoor. En afgevinkt wordt er, bij het leven, want het moet natuurlijk wel eerlijk blijven.
En ach ja, ook al hebben we al lang geen honger meer, we wachten toch nog even tot de nieuwe satéstokjes gaar zijn. En de worst ook, want die hebben we ook nog niet gehad. En ja, nu we hier toch staan, geef ons dan ook maar die hamburger, kunnen we meteen alles afvinken. Waar zijn we anders Hollanders voor? Dus daar staan we met zijn zovelen, voor de barbeque, in de blauwe rook, tot er eindelijk eens iemand roept “Wie wil er nog worst?”. Het gevolg? Een 10 meter lange (kip)filé. Natuurlijk.
Dat spreekt voor zich. Wie wil er nou niet in de (kip)filé staan?
Stelletje carnivoren zijn we ook!
Vlees is toch ook gewoon heel lekker? (A)
Haha… was het wel gezellig? 😉
Haha geweldig geschreven!
Ik vond het erg gezellig in de filé hoor! Vooral toen ik omgedoopt werd tot dwergaapje… 😛
Gelukkig was kipsatet wel goed geschreven 😉